Financiële positie Haarlem verslechtert verder
Op maandagavond 5 november werd door de Gemeenteraad in een nog steeds zwaar bewaakt stadhuis de eerste begroting van het nieuwe college besproken. De begroting is een uitwerking van de Kadernota, dus qua beleid weinig nieuws. Wat we van dit beleid vinden hebben we al eerder opgeschreven.
De begroting is vooral een financiële vertaling van dit beleid. Wat gaat het allemaal kosten en wat betekent dit voor de financiële positie van de gemeente? Hierbij wordt zo’n 5 jaar vooruitgekeken (2019-2023), waarbij het volgende jaar (2019) het meest concreet is.
Taaie kost, opgeschreven in ca. 400 pagina’s beleidsproza, incl. bijlagen.
Hart voor Haarlem heeft een financiële analyse gemaakt van de begroting. We hebben deze analyse samengevat in een zgn. infographic, het plaatje bovenaan dit artikel. Dit plaatje maakt in één oogopslag duidelijk hoe Haarlem er financieel voorstaat. Niet al te best is onze conclusie.
Haarlem gaat in 2019 €526M uitgeven en zal naar verwachting €527M aan inkomsten ontvangen. De begroting is dus ‘in evenwicht’. Dat is ook de belangrijkste wettelijke eis die aan de begroting gesteld wordt. Dat lijkt er dus goed uit te zien, maar een begroting op papier kloppend maken is niet zo erg moeilijk.
De gemeente heeft ook een infographic gemaakt met een overzicht van de begroting op hoofdlijnen:
Toename investeringen in toekomst niet gedekt
Maar dit is maar een deel van het verhaal. Tegelijk wil het college namelijk veel meer gaan investeren in de stad, onder andere om de grote groei van het aantal woningen die men voor zich ziet mogelijk te maken. De investeringen lopen daardoor op van ca. €40M per jaar in de afgelopen periode naar ca. €60M per jaar in de periode 2019-2022.
Deze €20M extra heeft de gemeente niet in kas, en houdt de gemeente ook niet elk jaar over. Zoals we net zagen zijn uitgaven en inkomsten in evenwicht, maar dat is gerekend zonder deze extra investering. Eigenlijk komt de gemeente dus elk jaar €20M tekort om dit investeringsplan uit te kunnen voeren.
Het college doet vervolgens wat iedere consument doet die meer wil uitgeven dan hij binnen krijgt: De gemeente gaat naar de bank om geld te lenen. De schuld van de gemeente Haarlem stijgt dan ook de komende 4 jaar met minimaal €80M om deze investeringen te kunnen doen.
Gemeenten mogen schulden maken, en omdat ze als zeer kredietwaardig gezien worden, ‘triple-A’, net als de Nederlandse overheid die uiteindelijk ook garant staat bij een eventueel faillissement, eigenlijk ook onbeperkt.
De kapitaalmarkt zal elke gemeente in Nederland graag van krediet voorzien, tegen een rente die op het moment maar iets hoger is dan de rente die de Nederlandse staat moet betalen. En deze is nu erg laag zoals we allemaal weten. Maar hoelang blijft dit zo?
Schulden zijn geen gratis geld. Geld lenen kost geld nietwaar. Schulden moeten afgelost worden, investeringen moeten afgeschreven worden en rente moet betaald worden. Dat dit geen klein bier is zien we in de begroting. In 2018 moet de gemeente Haarlem binnen de totale uitgaven van €540M een bedrag van €40M reserveren voor rente (€15M) en afschrijvingen (€25M) voor de huidige schuld. Door het investeringsbeleid van het huidige college loopt dit bedrag de komende 4 jaar op naar €50M. In 2022 zal dus ca. 10% van de begroting op gaan aan rente en afschrijvingen op investeringen. Dat wil zeggen, bij de huidige lage rentestand. Elk procentpunt meer rente kost de gemeente ca. €6M extra per jaar.
Nu is Hart voor Haarlem op zich niet tegen de hoogte van de voorgenomen investeringen. Zo goed als we in een mooi huis willen wonen, willen we ook graag in een mooie, levendige, veilige en goed toegankelijke stad wonen.
De €40M die in de afgelopen jaren in de nasleep van de economische crisis beschikbaar was voor investeringen was te weinig om de stad mooi te houden. Daardoor is achterstallig onderhoud ontstaan in de infrastructuur (wegen, pleinen, parkeergarages), in het onderhoud van gemeentelijk vastgoed (denk bv. aan de Egelantier), in beheer van erfgoed en onderhoud van groenvoorzieningen, of in de culturele sector (bv. het Frans Hals museum dat op de huidige wijze niet meer lang door kan gaan).
Bovendien weten we nu al dat er nog grote investeringen op de gemeente af zullen komen voor de energietransitie en voor klimaataanpassingen. Investeringen waar het college nu nog nauwelijks rekening mee heeft gehouden, ondanks alle grote woorden en ambities op dit terrein.
Wij vinden het dan ook een reëel uitgangspunt dat de gemeente in de nabije toekomst een structureel budget van ca. €60M per jaar voor investeringen nodig zal hebben.
Hart voor Haarlem pleit voor een begrotingsoverschot
Een hoger investeringsbedrag zou in ons huishoudboekje betekenen dat er structureel ruimte in de begroting gevonden moet worden om in de hogere financieringsbehoefte die hieruit voortvloeit te voorzien.
Concreet gaat het bij een investeringsbedrag van €60M, in plaats van de €40M waarvan de lasten al in de begroting zitten, dan om €20M per jaar. We hebben het college dan ook met een motie opgeroepen om in de volgende Kadernota (2019) deze ruimte te gaan zoeken. De extra €20M kan zo gefinancierd worden uit de jaarlijkse inkomsten, en niet door onbeperkte verhoging van de schuld.
Als het college deze motie naast zich neerlegt schuift het college deze lasten door naar de toekomst en maakt het de stad door een voortdurend hogere schuld zeer kwetsbaar voor economische tegenslag, zoals we in de jaren 2010-2014 gezien hebben. Wij vinden dit onverantwoordelijk bestuur.
Woonlasten in Haarlem zijn hoog
Omdat de woonlasten voor de inwoners van Haarlem nu al boven het landelijke gemiddelde liggen (20% hoger voor eenpersoonshuishoudens en 14% hoger voor meerpersoonshuishoudens) zijn we verder van mening dat deze bestedingsruimte niet bij de inwoners van de stad gezocht moet worden. De inwoners van Haarlem zullen de komende jaren namelijk sowieso zelf al met flink hogere kosten geconfronteerd worden voor alle maatregelen die rijk en gemeente voor de inwoners in petto hebben in het kader van energietransitie en duurzaamheid. Denk hierbij b.v. aan aanpassingen aan de woning om zonder gas te kunnen verwarmen, aan de nieuwe energierekening die hier het gevolg van is, en aan de kosten van afvalinzameling.
De ombuiging van €20M, of ca. 4% op de totale begroting, zal dus gevonden moeten worden in de lopende exploitatielasten. Waar en hoe dit kan is een vraag die we in eerste instantie aan het college en hun ca. 1.200 ambtenaren stellen. Richting de volgende Kadernota (mei 2019) zullen wij ook zelf onderzoek doen om hier constructieve ideeën voor aan te dragen.
Coalitie zet in op onrendabele groei
Tenslotte nog een opmerking over wat Hart voor Haarlem ‘onrendabele groei van de stad’ noemt. Het college zet in op maximale groei en op bovengemiddeld sociale groei. Men wil tot 10.000 woningen bij laten bouwen, waarvan 40% in het segment sociale woningbouw, waar gezien de samenstelling van de bevolking, 25% voldoende zou zijn.
Waar dit beleid toe leidt is pijnlijk duidelijk te maken aan het project Spaarne Gasthuis in Schalkwijk. Hier komt een nieuw, kleiner ziekenhuis op het terrein van het bestaande ziekenhuis. Daarnaast blijft er dan flink wat ruimte over voor woningbouw.
Hiervoor was in de vorige periode een plan gemaakt dat leidde tot 350 wooneenheden, waarvan 15% sociaal (ca. 53 woningen) en de rest in het middensegment (koop en huur). Dit was mede mogelijk, zowel ruimtelijk als financieel, door een ondergrondse parkeergarage in het plan op te nemen.
Dit college, onder vurige aanvoering van de PvdA, meende echter dit plan te moeten herzien om de door de coalitie gewenste 40% sociale woningbouw te bereiken. De gevolgen hiervan zijn:
a) De ondergrondse parkeergarage is niet meer financierbaar en vervalt; er moet dus gewoon op straat geparkeerd worden.
b) Het aantal woningen dat daardoor gebouwd kan worden zakt van 350 naar 200, een verlies van 150 wooneenheden voor Haarlem.
c) Het aantal sociale woningen stijgt van 53 naar 80; 27 sociale woningen meer, maar netto 150 woningen minder kan toch moeilijk winst voor de stad genoemd worden.
d) Het gehele project zal ongetwijfeld soberder en architectonisch minder aantrekkelijk worden uitgevoerd.
e) Inmiddels ligt er een gezamenlijke brief van de 4 wijkraden van Schalkwijk dat het laatste wat Schalkwijk nodig heeft, meer sociale woningbouw is. Dit percentage is namelijk al zeer hoog, tot wel 70% in sommige wijken.
Schalkwijk heeft, juist vanwege het diversiteitsargument waar de PvdA zich op beroept, behoefte aan een meer draagkrachtige bevolking. Zo zullen de grote investeringen die nu in winkelcentrum Schalkwijk gedaan worden alleen gaan renderen als hier ook voldoende koopkrachtige inwoners op af komen.
De PvdA, en met haar dit college, slaat dus op alle fronten de plank volledig mis met dit onzalige plan.
We hebben tot slot ook eens uitgerekend wat het nieuwe plan de gemeente kost aan OZB-opbrengst. Deze opbrengst is ruim de helft lager per jaar dan in het oorspronkelijke plan!
Dit is nu wat wij bedoelen met onrendabele groei van de stad. Als dit het voorland van Haarlem is bij alle 10.000 woningen die dit college er bij wil proppen dan zal de verarming van de stad in hoog tempo toenemen.
Daarom zegt Hart voor Haarlem dat dit college Haarlem armer maakt. De stad door verdere verdichting met bovenmatig veel sociale woningbouw. En de gemeente door een ongebreidelde toename van de schuld.