Vatenopslag verdwijnt mogelijk uit historisch stadsgezicht

Hartekreet uit de binnenstad

In de Visserbocht, onderdeel beschermd stadsgezicht, staan al jaren witte plastic containers opgeslagen op een klein bedrijventerrein aan de oever van het Spaarne.

Uit eerdere vragen van Hart voor Haarlem bleek dat de firma Goedhart dit terrein al sinds 1959 huurt van de gemeente. Volgens het contract d.d. 31 augustus 1959 wordt er een vergoeding betaalt van 244 gulden en is het gebruik ‘te alle tijde’ in achtneming van een opzegtermijn van drie maanden geheel of gedeeltelijk op te zeggen.

Inmiddels is het december 2021 , ruim 60 jaar later en betaalt de firma Goedhart tegenwoordig 163,67 euro per jaar!

Hart van Haarlem vraagt zich af waarom de gemeente het huurcontract nooit heeft aangepast en waarom het contract al 60 jaar stilzwijgend heeft verlengd. 

Het college geeft toe dat hier sprake is niet normale huurprijzen. Ook geeft het college toe dat het een ongebruikelijke situatie is dat er opslag op de openbare plaats vindt. 

De burgemeester heeft toegezegd dat hij mogelijkheden gaat zoeken om aan deze situatie een eind te maken.

 

vaten opslag

 

Kenau krijgt weer glans

Schilderij Kenau Simons Hasselaer op de wallen van Haarlem wordt gerestaureerd.  

Kenau Hasselaer van Henderikus Egenberger en Barend Wijnveld uit 1854.

 

Haarlem heeft 12 miljoen over dat eenmalig kan worden besteed. Een bedrag dat bestemd is voor de haarlemse burger, vindt Hart voor Haarlem. Ze heeft dan ook een voorstel gedaan om ieder haarlems huishouden 100 euro te compenseren. Echter dit voorstel heeft het niet gehaald. De coalitiepartijen steunden de voorstellen van het college en zag een eenmalige meevaller voor de Haarlemmer niet zitten. 

Het voorstel om het schilderij van Henderikus Egenberger en Barend Wijnveld van Kenau te restaureren kreeg wel een meerderheid van de Gemeenteraad  en daardoor is er nu geld vrijgemaakt om dit schilderij te restaureren. 

Het schilderij is in bezit van het Frans Halsmuseum en hangt in de Frabciuskamer in het Stadhuis van Haarlem.

Een stukje historie dat slecht onderhouden is, krijgt weer glans. 

Haarlem Museum verdient ondersteuning is aangenomen

Hart voor Haarlem vraagt een zeker bestaan voor het Museum Haarlem

Museum Haarlem is het stadsmuseum van Haarlem en Zuid-Kennemerland. Het museum vertelt het verhaal van de recente en de oude geschiedenis van de stad en haar omgeving. De organisatie bestaat uit een klein team en heel veel vrijwilligers. De vrijwilligers werken als gastvrouw of gastheer en zijn actief in diverse werkgroepen.

Het museum werkt samen met andere musea om van elkaar te leren, te delen en collecties op elkaar af te stemmen. 

Ze wil een levendig en inspirerend museum zijn dat een active rol speelt in onze stad. 

Het huidige college heeft een cultuurplan opgesteld. In dit cultuurplan wordt vastgelegd welke musea in dit cultuurplan passen en daarbij verzekert zijn structurele subsidie. 

Hart voor Haarlem verbaast zich dan ook over het feit dat het Museum Haarlem niet is opgenomen in het Cultuurplan. 

het Cultuurplan verwoord vijf ambities t.w:

  • cultuur voor iedereen
  • cultuureducatie
  • dwarsverbanden cultuur en welzijn
  • belang van erfgoed voor Haarlem als historische stad.

Bovenstaand is onversneden van toepassing op Museum Haarlem.

Hart voor Haarlem heeft dan ook een motie ingedient om Museum Haarlem alsnog op te nemen in de Culturele Basis Infrastructuur. Deze motie is door een meerderheid van de Gemeenteraad omarmt, zodat het Museum Haarlem een jaarlijkse bijdrage van 40.000 euro  kan verwachten om haar continuiteit te waarborgen. 

Wethouder Rog blijft zitten

Donderdag 14 oktober jl sprak de Haarlemse gemeenteraad langdurig over de uitspraken van wethouder Michel Rog (CDA) met betrekking tot de invoering van de coronapas en de QR-code.

Hart voor Haarlem was de wethouder erkentelijk dat hij zich wilde verantwoorden en had dan ook gedacht dat deze principiële man de eer aan zichzelf zou houden en af zou treden.

Echter, de wethouder blijft zitten.

Dat de wethouder principieel is lazen we in zijn bericht van 23 september jl waarin hij via zijn secretariaat liet weten dat hij ‘principieel’ tegen de test en QR samenleving is. Hij vraagt om als wethouder verschoond te worden van het tonen van een test of QR code.

In zijn tweet van maandag 27 september jl. deelde hij ook de mening van gewezen CDA staatsecretaris Mona Keijzer. Hij steunt haar uitspraken, waarin zij het landelijke corona beleid afkeurt.

Op basis van bovenstaande uitspraken vindt Hart voor Haarlem dat zijn positie onhoudbaar is geworden. Rijksbeleid, en hierop gebaseerd gemeentebeleid, als wethouder openlijk naast je neer leggen is ondermijnend voor de geloofwaardigheid van de overheid. Dat is namelijk ook een principe, los van de inhoud van de zaak waar het hier om gaat.

Een grote meerderheid van de gemeenteraad is het met het standpunt van Rog niet eens en heeft de wethouder een tik op de vingers gegeven, maar vond het niet zwaar genoeg om hem naar huis te sturen. Een motie van wantrouwen ingediend door Hart voor Haarlem kon helaas niet rekenen op een meerderheid vanuit de Gemeenteraad.

Hart voor Haarlem vindt dat als de wethouder persoonlijke standpunten heeft die afwijken van het gemeentebeleid, hij die moet verkondigen in een marktkraampje, maar niet kan functioneren als wethouder in het Haarlemse college.

Hart voor Haarlem maakt zich sterk voor een onderkomen voor de Huiskamer van Oost

De Huiskamer van Oost is een initiatief van vrijwilligers die buurtgenoten (en aanhang) bij elkaar weten te brengen door het organiseren van activiteiten.

De Huiskamer bevindt zich nu in de Blauwe Wetering. Echter dit gebouw wordt op korte termijn gesloopt.

De Huiskamer is een enorm succes. Zeven dagen in de week activiteiten, kopje koffie drinken met elkaar en tegenwoordig ook een kledingbeurs. Er worden soep en snacks bereid. Het is laagdrempelig en het voorziet in een behoefte.

De Huiskamer heeft al een jaar geleden bij de gemeente Haarlem aangegeven dat zij een onderkomen zoekt. Echter de gemeente Haarlem gaf daar geen gehoor aan.

HvH heeft in maart 2021 een motie ingediend die de Wethouder opdraagt om een onderkomen te zoeken.

Deze motie is door een meerderheid van de  gemeenteraad ondersteund. Echter tot nu toe heeft dit niet tot een resultaat geleid.

Veel praten en weinig doen. HvH heeft nogmaals een motie ingediend om nu snel in actie te komen om voor de Huiskamer van Oost een passend onderkomen te realiseren. Een onderkomen dat ze verdienen!

Donderdag  30 september 2021 zal de commissie Samenleving weer in gesprek gaan met de Wethouder. De klok tikt en de tijd dringt want binnenkort zal de sloophamer in het huidige onderkomen een eind maken aan dit geweldige initiatief. HvH zal er alles aan doen om dit te voorkomen.

Koude sanering sociaal domein dreigt

Grafische voorstelling uit ‘Transformatieprogramma Sociaal Domein Haarlem’, een publicatie van de gemeente uit 2015

Zorgen over inkoop diensten sociaal domein

Hart voor Haarlem maakt zich ernstig zorgen over de voorgenomen aanbestedingen in het sociaal domein. Wij delen deze zorgen met een groot deel van de sector, werkgever van duizenden medewerkers in de regio en verbinder naar nog eens duizenden vrijwilligers en mantelzorgers die met een grote persoonlijke betrokkenheid hun bijdrage leveren aan het sociale weefsel van onze stad en regio.

In het sociaal domein valt nog veel te verbeteren

Wij zien ook dat er in de organisatie van deze sector zeker nog wel wat te verbeteren valt. Er zijn best veel aanbieders van vergelijkbare diensten. Er zijn veel ingangen voor inwoners die leiden naar gebruik van deze diensten. Toezicht is over meerdere instanties verdeeld. De schaal waarop gewerkt wordt loopt van wijk, via stad, naar deelregio (Zuid-Kennemerland en IJmond), en provincie. Waar welke verantwoordelijkheden liggen is niet altijd duidelijk. Het budgetbeheer is niet overal even sterk. De vraag is stijgend; de kosten stijgen nog harder. Voldoende capaciteit zeker stellen en gemotiveerde medewerkers vinden en behouden wordt ondertussen een steeds grotere uitdaging.

College kiest niet voor verbetering maar voor complete outsourcing

De manier waarop het ‘sociale’ College van PvdA, GroenLinks, D66 en CDA deze problemen wil oplossen wijzen wij echter af. Hun voorstel is voor drie grote brokken (Gewoon-in-de-Wijk, Complexe Jeugdzorg en Ambulante Jeugdzorg) drie commerciële bedrijven te zoeken waaraan deze segmenten compleet uitbesteed kunnen worden. Opgeruimd staat netjes. De gemeente is via dit Aannemersmodel van het probleem af (denkt men). De koude sanering van deze markt met zijn honderden organisaties en duizenden medewerkers en vrijwilligers wordt vervolgens aan deze bedrijven, die ook van buiten de stad kunnen komen, overgelaten. Een neoliberale oplossing uit het boekje. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in de commissie Samenleving de VVD de grootste pleitbezorger is van dit model!

Politieke partijen laten zich met een kluitje in het riet sturen

Veel andere partijen in de Raad, inclusief coalitiepartijen PvdA en GroenLinks, zijn kritisch op dit Aannemersmodel, maar laten zich tot nu toe door de wethouders Botter en Meijs met een kluitje in het riet sturen. Uitspraken als “wij delen uw zorgen”, “wij nemen het mee naar de volgende ronde”, “dat mag natuurlijk niet gebeuren” moeten de Raadsleden geruststellen. Ondertussen gaat men vrolijk verder op het ingeslagen pad waarop het ‘point-of-no-return’ op een zeker moment gepasseerd is. Dan zijn er naar sectorpartijen en gemeenten waarmee wordt samengewerkt teveel commitments aangegaan om nog zonder gezichtsverlies of zelfs juridische claims een andere wending aan dit proces te geven. De Gemeenteraad is de fuik dan allang ingezwommen, en kan na wat gepruttel nog slechts tekenen bij het kruisje.

Hart voor Haarlem stelt een alternatief voor waarbij het sociaal domein publiek blijft

Hart voor Haarlem legt zich hier niet bij neer. Omdat ‘meepruttelen’ weinig oplevert hebben we in een discussiestuk een radicaal andere visie neergelegd op bedrijfsvoering en inkoop in het sociaal domein. Een visie die recht doet aan wat inwoners nodig hebben en medewerkers en vrijwilligers in Haarlem kunnen leveren.
Deze visie houdt de verantwoordelijkheid voor het sociaal domein waar hij thuishoort: in de publieke sector. Wij noemen dit het Regiemodel.
Door dit Regiemodel professioneel vorm te geven menen wij de huidige problemen op te kunnen lossen, zonder koude sanering, met behoud van de Haarlemse signatuur, en van de kennis van wijken en hun inwoners.

Sociaal domein vraagt om maatwerk

Het Regiemodel biedt de mogelijkheid tot maatwerk voor het zeer diverse karakter van de diensten die in het sociaal domein geleverd moeten worden. Het regelen van een traplift voor een oudere inwoner thuis is uiteraard heel wat anders dan het regelen van complexe jeugdzorg voor een jongvolwassene, hulp bij dyslexie voor een schoolgaand kind, of een initiatief voor dagbesteding in de wijk.
Ook de bekostiging van diensten moet verschillend zijn, passend bij het soort dienst dat geleverd wordt. Soms kan het een vaste prijs voor een dienst zijn, soms een bijdrage voor capaciteit (‘bedden’) die een aanbieder voor inwoners van Haarlem beschikbaar moet houden, soms een subsidie voor projectmatige of nieuwe initiatieven, soms een uurtarief voor de inzet van professionals.

Door een slimme inrichting kan maatwerk ook efficiënt zijn

Dit lijkt ingewikkeld, maar kan sterk vereenvoudigd worden door:

1) de concrete diensten die inwoners van het sociaal domein kunnen verwachten veel duidelijker te maken.

2) de regie voor de matching van deze diensten met behoeften uit de stad eenduidig te beleggen bij sociale wijkteams of centra voor jeugd en gezin.

3) deze (publieke) ‘zorgmakelaars’ verantwoordelijk te maken voor een groot deel van het budget dat de gemeente voor het sociaal domein beschikbaar heeft.

4) de uitvoering grotendeels over te laten aan marktpartijen die zich kunnen laten certificeren om de diensten te leveren.

5) de koppeling tussen vraag en aanbod met digitale hulpmiddelen te ondersteunen, zodat de snelheid en doelmatigheid toeneemt, gegevens van cliënten eenmalig vastgelegd kunnen worden, en alle gegevens voor de verdere administratieve afhandeling direct beschikbaar zijn.

Gemeente moet haar huiswerk doen

Kortom de gemeente moet gewoon haar huiswerk doen en verder gaan met het zelf professionaliseren van de aansturing van dit domein in plaats van de handdoek in de ring te werpen, en het ‘probleem’ over de schutting naar het bedrijfsleven te gooien. Dit laatste zal slechts leiden tot een enorme en onomkeerbare verschraling van het sociaal domein, ten koste van zowel inwoners van Haarlem als van Haarlemmers die in de sector werken of als vrijwilliger actief zijn. Je kunt het sociaal domein niet verbeteren door het te ontsocialiseren.

Lees ons discussiestuk voor meer informatie

In ons discussiestuk hebben we beide modellen in meer detail beschreven en naast elkaar gezet. In de conclusie lichten we toe waarom Hart voor Haarlem kiest voor het Regiemodel. Dit discussiestuk zal op 30 september 2021 in de Commissie Samenleving besproken worden.
Wij houden je op de hoogte over wat hier uit komt.

Zwemmen in het Spaarne

Sinds jaar en dag wordt er gezwommen in het Spaarne en aangrenzende wateren.
In deze ‘Corona-zomer’ zullen veel gezinnen thuis vakantie vieren.
Hart voor Haarlem pleit er dan ook voor zwemmen in het Spaarne toe te staan en veiliger te maken in plaats van te verbieden, zoals de gemeente nu doet.
Waarom geen zwemzones afbakenen met ballen en wat meer zwemtrapjes aanbrengen? Kom op College, wordt eens wat creatiever.

Overigens zijn er ook nu al flink wat wateren rond Haarlem waar je wel mag en veilig kunt zwemmen. Kijk hier voor een overzicht.

Stadsbestuur verliest controle

Hart voor Haarlem keurt begroting 2020 af en vraagt Provincie hetzelfde te doen

Het is begin november 2019, en de Gemeenteraad voert weer het jaarlijkse debat over de gemeentebegroting voor het volgende jaar.
Hart voor Haarlem maakt zich net als vorig jaar zorgen over de financiële situatie en het bestuur van de stad.

De gemeente zal dit jaar (2019) €14M verlies maken, en het resultaat zal in 2020, gezien de begroting, waarschijnlijk niet veel beter zijn.
Exploitatieverliezen duiden op een gebrekkige budgetdiscipline en gaan ten koste van de financiële ruimte voor hoognodige investeringen.
Dat is zorgelijk, omdat de gevolgen voor alle Haarlemmers merkbaar zullen zijn in de vorm van slechtere dienstverlening en hogere lasten.  Bovendien blijven de investeringen dan achter bij de plannen.
We zien dit nu al gebeuren. Van de voorgenomen investeringen van €79M wordt in 2019 slechts €50M gerealiseerd. De rest wordt ‘doorgeschoven’ naar volgende jaren. En het College gaat in 2020 €5M ombuigen met als gevolg, inderdaad, slechtere dienstverlening en hogere lasten voor de inwoners.

Volgens Hart voor Haarlem is het College hiermee nog veel te optimistisch, en zou de ombuiging eerder in de richting van de €20-40M moeten gaan.
In dit artikel zullen we uiteen zetten waarom. Het gaat ons hierbij nu even niet om politieke keuzes die met een gegeven budget gemaakt worden, maar om een fundamenteel, politiek neutraal principe: Wordt onze stad wel goed bestuurd?
Hart voor Haarlem vindt van niet en pleit, als vrijwel enige partij in de stad, voor ambities naar draagkracht. Dit in tegenstelling tot de collegepartijen en de meeste (linkse) oppositiepartijen die alles tegelijk willen en het liefst gisteren (maximaal groeien, maximaal sociaal, maximaal duurzaam).

Omdat ons geluid in de huidige gemeenteraad nu nog onvoldoende weerklank vindt, zullen we samen met Liberaal Haarlem en Trots Haarlem de Commissaris van de Koning in Noord-Holland vragen de begroting voor 2020 af te keuren. Wij vinden het onze plicht als toezichthouder om dit signaal af te geven.

Het huishoudboekje van de gemeente is niet zo ingewikkeld

Financieel bestuur van een gemeente is in wezen tamelijk eenvoudig. Er komt jaarlijks een redelijk goed voorspelbare hoeveelheid geld binnen van het Rijk, uit kostendekkende heffingen en leges en uit belastingen, zoals de OZB, parkeer- en toeristenbelasting. Dit bedrag vormt het uitgavenplafond voor dat jaar. Een begroting moet immers, zo stelt het toezichtkader, in evenwicht zijn als hij gemaakt wordt. En in principe ook in evenwicht blijven in het jaar waarop de begroting betrekking heeft.
Valt het mee met inkomsten of uitgaven dan behaalt de gemeente dat jaar een positief resultaat; valt het tegen, en kan hierop niet meer bijgestuurd worden, bijvoorbeeld omdat het jaar al te ver gevorderd is, dan is het resultaat negatief.

Gemeente staat in 2019 op een verlies van €14M

In onderstaande tabel geven we weer hoe het er op het moment voorstaat met het begrotingsevenwicht van de gemeente in 2019. De ‘Initiële Lasten’ zijn de Lasten zoals begroot in de oorspronkelijke begroting voor dit jaar.
De ‘Stand van Zaken’ geeft de huidige situatie weer (in oktober 2019), uitgedrukt in een percentage ten opzichte van de oorspronkelijke begroting.
In de tabel is in rood aangegeven in welke beleidsvelden de overschrijding meer dan 5% bedraagt. Oranje zijn velden met een overschrijding van 1-5%. Groen zijn de beleidsvelden die maximaal 1% hoger, of die gunstiger uitkomen dan begroot.

In de oorspronkelijke begroting voor 2019 werd een totaal aan Lasten begroot van €525,7M. De verwachte Baten waren iets groter, zodat er een positief resultaat van €1,5M resteerde.
In de rapportage aan het einde van het derde kwartaal in 2019 blijkt echter dat het resultaat dit jaar waarschijnlijk uitkomt op €14,2M negatief!
Let wel, dit is ná verrekening van €33M aan hogere Baten die zich in 2019 naar verwachting voordoen, en waarvan door de afdeling Financiën van de gemeente wordt aangenomen dat deze ook uitgegeven worden.

De grootste meevaller zit in 2019 in de ‘Algemene dekkingsmiddelen’ en betreft de meevallende bijdrage van het Rijk aan het Gemeentefonds waaruit Haarlem een groot deel van haar inkomsten krijgt.
Kostenoverschrijdingen vinden we in het sociale domein, waar een grotere vraag uit de bevolking nog als verzachtende omstandigheid kan worden aangevoerd, maar ook in beleidsvelden waar het gemeentelijk apparaat in verregaande mate zelf aan de knoppen zit, zoals in ‘duurzame stedelijke ontwikkeling’, ‘economie, toerisme en cultuur’, ‘dienstverlening’, ‘gemeentelijk bestuur’, en ‘overhead’ zien we aanzienlijke kostenoverschrijdingen.

College is niet ‘in control’

Hart voor Haarlem vindt dit in een tijd van gunstige conjunctuur en extra beschikbare middelen van het Rijk een ongehoorde overschrijding.
Het stadsbestuur, College van Burgemeester en Wethouders, het ambtelijke apparaat, en de toezichthoudende Gemeenteraad, waar de coalitiepartijen deze praktijk elk kwartaal weer sanctioneren, zijn niet ‘in control’, zo vinden wij dan ook.

Begroting voor 2020 zal opnieuw een groot verlies opleveren

De totale Lasten van de gemeente worden aan het einde van het derde kwartaal van 2019 geschat op €574M voor het hele jaar 2019. Dit is €48M hoger dan de oorspronkelijke begroting (!). Dit bedrag geeft het actuele kostenniveau van de gemeente weer. Dit is het bedrag dat de ambtelijke diensten nu nodig menen te hebben om de dienstverlening van de gemeente Haarlem draaiende te houden. Dit bedrag gaat niet zomaar weer omlaag. Sterker nog, door een verwachte inflatie van ca. 1,4% in 2020 zal er in 2020 bij ongewijzigd beleid €582M nodig zijn om dit serviceniveau te handhaven.

Het College begroot echter slechts €564M aan Lasten voor volgend jaar. Het College kan ook niet veel anders, omdat de inkomsten volgend jaar naar verwachting ook €564M zullen bedragen. En de begroting moet immers, althans op papier,  in evenwicht zijn.
En deze inkomsten zijn naar onze mening, gezien het verloop van de afgelopen jaren, reëel te noemen.
Maar is deze €564M aan Lasten ook reëel?
Hart voor Haarlem denkt van niet.

Zoals we zagen zit de gemeente nu op een uitgavenniveau, inclusief de inflatie die in 2020 verwacht wordt, van €582M. Dat is €18M hoger.
De begroting bestaat uit 20 beleidsvelden. In 5 hiervan begroot het College in totaal €6M hogere kosten bovenop de kosten die in deze beleidsvelden in 2019 optreden, vermeerderd met inflatie.
De andere 15 beleidsvelden moeten dan €24M minder kosten maken om op €564M uit te komen.
Van deze €24M vult het College er €4M in, in de vorm van ‘taakstellingen’, oftewel bezuinigingen, in diverse uitgavengebieden, naast €1M aan extra inkomsten door hogere belastingen, maar die zitten al in de Baten voor volgend jaar. Dit is €4M aan verminderde dienstverlening, en €1M aan hogere belastingen.
Daarmee resteert er dus nog een niet benoemde opgave van €20M om de begroting volgend jaar sluitend te houden.
Of, anders geformuleerd, de begroting draagt nu al een risico van een overschrijding in zich ter hoogte van €20M, na een overschrijding in 2019 die naar verwachting op €14M zal uitkomen. Het wordt van kwaad tot erger.

Verliezen gaan ten koste van investeringen

Een belangrijk beleidsdoel van dit College is een ‘duurzaam groeiende stad’ mogelijk te maken. Hiervoor werden extra investeringen beloofd, bovenop het investeringsniveau dat in de vorige collegeperiode amper voldoende was om het onderhoudsniveau van de stad op peil te houden.
Hiervoor mocht de schuld van de stad toenemen. In totaal wilde het College op deze wijze ca. €80M extra investeren.
Ook dit College kan zijn geld echter maar één keer uitgeven. Wat we nu zien gebeuren is dat het College jaarlijks exploitatieverliezen laat ontstaan in de lopende begroting die ten koste gaan van de beloofde investeringen.
In 2019 zien we dit al duidelijk gebeuren. Van een oorspronkelijk investeringsbudget voor 2019 van €79M (ten tijde van de Kadernota in juli j.l. nog verhoogd naar €83M) blijft nu naar verwachting in 2019 nog maar €50M over, niet veel meer dan het ‘onderhoudsniveau’ dat gangbaar was in de vorige periode.
Dit College is dus niet in staat de benodigde en toegezegde kwaliteits- en capaciteitsimpuls aan de stad te leveren, mede omdat dit College de lopende exploitatie uit de hand laat lopen.

Er is ander beleid nodig om de financiën weer op orde te krijgen

Vorig jaar rond deze tijd hebben we onze mening over de begroting voor 2019 weergegeven. Onze stelling was en is dat de gemeente €20M moet vinden in de reguliere begroting om een hoger investeringsniveau (dat wij toejuichen) te kunnen financieren, zonder elk jaar de schuld hiervoor te laten oplopen.
In plaats van deze €20M te zoeken laat het College de begroting echter ontsporen, waardoor de opgave in 2020 geen €20M, maar inmiddels €40M bedraagt. Dit is €20M om de begroting weer in het gareel te krijgen, en nog eens €20M om structurele investeringsruimte te vinden, nodig om de schuld van Haarlem binnen de perken te houden.
Het College komt echter niet verder dan wat willekeurige maatregelen om in 2020 €5M aan extra Baten en minder Lasten bijeen te schrapen. Dit is bij lange na niet voldoende.

Hart voor Haarlem vraagt Provincie begroting af te keuren

Hart voor Haarlem pleit dan ook voor een fundamentele herbezinning op de beleidsdoelen, waarvan we al eerder hebben gesteld dat die niet allemaal tegelijk gerealiseerd kunnen worden.
Haarlem heeft eenvoudigweg niet de financiële slagkracht om én snel te groeien met 10.000 nieuwe woningen en bijkomende voorzieningen, én een bovengemiddeld sociaal beleid te voeren, én de torenhoge ambities op het brede terrein van milieu en duurzaamheid te vervullen, én de energietransitie versneld door te voeren, én mobiliteitsknelpunten op te lossen, én daarbij ook nog eens de normale dienstverlening en het reguliere onderhoud aan de stad op peil te houden.
Het gemeentelijke apparaat kraakt dan ook in zijn voegen en de bestedingen lopen volledig uit de hand.
Wij zullen de Commissaris van de Koning in Noord-Holland, die toezicht houdt op de gemeenten in de provincie, dan ook verzoeken de voorliggende begroting voor 2020 af te keuren en bij het College aan te dringen op een onmiddellijke herijking van doelen en middelen.

Hart voor Haarlem pleit voor reële ambities naar draagkracht

Daarnaast zal Hart voor Haarlem blijven pleiten voor minder groei, voor een adequaat en kwalitatief goed sociaal beleid voor wie het echt nodig heeft, en voor een volgend beleid waar het gaat om de nationale ambities rond duurzaamheid en energie. Verder staan wij op de bres voor ons erfgoed, voor zoveel mogelijk groen binnen de stadsgrenzen en voor een goed onderhouden stad.

 

Koepel – Kans of Risico?

Koepelcomplex Haarlem – foto BN DeStem

Op 4 april 2019 werd er in de commissie Ontwikkeling weer lang gesproken over de herontwikkeling van de voormalige koepelgevangenis in Haarlem.
De Koepel, zoals deze in de wandelgangen bekend staat, wordt zo langzamerhand een heus hoofdpijndossier.
Hart voor Haarlem gelooft inmiddels niet meer dat het goed komt met de huidige plannen, en pleit voor een rigoureuze oplossing: slopen en het hele complex herontwikkelen tot sociaal gemengde, hoogwaardige woningbouw.

Van gevangenis naar multifunctioneel monument

De Koepel behoort met twee identieke koepels in Breda en Arnhem tot een type gevangenis dat rond 1900 gebouwd is en tot 2016 dienst heeft gedaan in zijn oorspronkelijke functie.
De Koepel was eigendom van de Rijksgebouwendienst en is vanwege de onderscheidende architectuur door deze dienst bestempeld als Rijksmonument.
Na het beëindigen van de gevangenisfunctie is de Rijksgebouwendienst samen met de gemeente gaan zoeken naar een alternatieve bestemming. Deze leek in 2017 gevonden te zijn in een plan van sociaal ondernemer ‘Panopticum’ die de gemeente en de toenmalige Gemeenteraad voor zich wist te winnen met een plan om in de Koepel universitair onderwijs te vestigen. Andere plannen zijn toen niet meer onderzocht, en Panopticum verwierf het exclusieve recht het koepelcomplex (Koepel plus omringende grond en opstallen) voor dit doel te kopen.
Panopticum heeft voor dit doel een bouwkundig plan laten ontwerpen, dat tot op heden ongewijzigd is gebleven. Deze herontwikkeling zou binnen het volume van de Koepel zelf tot een verhuurbaar oppervlak van ca. 12.000 m² leiden. De kosten van de verbouwing van het koepelgebouw bedragen volgens de huidige inzichten ca. €21M.
Naast het creëren van verhuurbaar oppervlak is deze investering nodig voor renovatie en achterstallig onderhoud, voor isolatie en voor akoestische maatregelen. Deel van het plan is het uitgraven van een keldercomplex tot 7 m diepte onder de koepelvloer. In deze kelder ontstaat zo plaats voor collegezalen die ook dienst kunnen doen als filmzalen. Multifunctionaliteit is een belangrijk uitgangspunt bij het architectonisch ontwerp geweest.

Geen academisch onderwijs in Koepel

Een openbare, algemeen toegankelijke universiteit was alleen haalbaar geweest in samenwerking met een van de bestaande universiteiten in Nederland. Deze universiteit zou dan de beoogde hoofdhuurder van de Koepel worden, waarmee de business case van Panopticum rond was.
Het is Panopticum echter niet gelukt met een Nederlandse universiteit tot een dergelijke overeenstemming te komen. Einde openbare universiteit.
Vervolgens is Panopticum op zoek gegaan naar andere mogelijke huurders, nog steeds vanuit een missie van ‘sociaal ondernemerschap’. Inmiddels heeft dit geleid tot een groep van mogelijke huurders, waaronder een Duitse particuliere HBO-onderwijsinstelling, een Amsterdams filmtheater, een nieuwe stichting die kantoorruimte en gemeenschappelijke werkruimtes wil gaan verhuren aan (startende) MKB-bedrijven, en een Haarlemse horeca-ondernemer die diverse horecafuncties in het complex wil gaan uitoefenen.

Rol gemeente in koepelproject

De gemeente is op drie manieren betrokken bij dit project.
In de eerste plaats als regelgever en vergunningverlener, zoals bij elk project van een dergelijke omvang. Wat mag wel en wat mag niet in deze ruimte? Wat vindt de buurt daarvan? Hoe zit het met verkeer en parkeren? Voldoen de plannen aan bouwvoorschriften en monumenteneisen? etc. Dit zijn het type vragen waar de gemeente wat van moet vinden.
In de tweede plaats heeft de gemeente, toen het koepelcomplex  aan Panopticum verkocht werd, een terugkooprecht bedongen. Dit recht was met name gericht op een situatie dat Panopticum de ambitie van universitair onderwijs niet waar zou kunnen maken. Dit was immers de reden waarom Panopticum door de gemeente exclusiviteit gegund werd bij het maken van een plan voor herontwikkeling.
In de derde plaats wordt de gemeente geacht een rol te spelen bij de realisatie van particulier onderwijs in de Koepel. Om de Duitse instelling als huurder over de streep te trekken moet de gemeente Haarlem een verplichting aangaan om middels de inzet van personeel (1,5-2 FTE) en geld (€25.000 per jaar) de introductie en opzet van dit onderwijs te ondersteunen. Zonder deze samenwerkingsovereenkomst geen huurcontract. Zonder dit huurcontract geen business case voor Panopticum.

Koepelproject staat onder grote druk

Panopticum staat inmiddels onder grote druk. Er ligt een bouwkundig plan op hoofdlijnen. Er zijn potentiële huurders. Er is op deze basis een sluitende, en volgens financiële experts deugdelijke, business case.
En Panopticum heeft haast. De Koepel moet medio 2021 verbouwd zijn om in studiejaar 2021-2022 studenten te kunnen ontvangen. Ook moet de omringende (studenten)huisvesting dan gereed zijn.
Hiervoor moet het totale detailontwerp gemaakt worden en moeten alle vergunningsprocedures doorlopen worden. Er moeten aanbestedingen gedaan worden om gespecialiseerde aannemers te vinden die al het werk kunnen en willen uitvoeren binnen de beschikbare tijd en het budgettaire kader van €21M. En niet in de laatste plaats moet Panopticum de financiering rond krijgen om het bouwplan uit te kunnen voeren. Een uiterst krappe planning, zelfs als alle procedures vlot doorlopen worden en de financiering rond komt.

Meedoen of terugkopen?

De gemeente staat nu voor de belangrijke keuze mee te gaan in dit plan of de terugkoopoptie nu uit te oefenen. Dit laatste kan voor het symbolisch bedrag van €1, de boekwaarde van de Koepel in zijn huidige staat. Omliggende grond en de meeste opstallen zijn door Panopticum al doorverkocht aan corporaties ELAN en DUWO om hier sociale woningbouw en studentenhuisvesting te realiseren.
Voor de financiering is het noodzakelijk dat de gemeente de terugkoopoptie laat vervallen. Voor de financiering is het ook nodig dat het huurcontract met de Duitse onderwijsinstelling getekend kan worden. Hiervoor is het nodig dat de gemeente met deze instelling de genoemde samenwerkingsovereenkomst aangaat.

Het gaat Hart voor Haarlem niet om de huurders

In de raadsvergadering van 18 april 2019 moet de gemeenteraad deze ingewikkelde beslissing nemen. Daarbij komt het er in essentie op neer of je wel of geen geloof hecht aan de haalbaarheid van het plan.
Deze vraag stelt de gemeenteraad zich, maar zullen ook beoogde beleggers en banken zich stellen voordat zij de €21M leveren die voor de verbouwing nodig is.
De gemeenteraad kan zich op het standpunt stellen dat de rol van de gemeente relatief beperkt is. De samenwerkingsovereenkomst met de Duitse onderwijsinstelling vraagt wat inzet van ambtenaren en middelen, maar dit is te overzien. Het verdere risico ligt volledig bij Panopticum.
Veel partijen maken zich erg druk over de beoogde huurders van de Koepel.
Hart voor Haarlem vindt hier ook wel wat van, maar uiteindelijk gaat de gemeente daar niet over. Zolang de huurders zich houden aan de bestemmingsrichtlijnen is het hun ondernemersrisico om zich in de Koepel te vestigen, of hun activiteiten nu wel of niet concurreren met andere bedrijven en instellingen in Haarlem.
De ondersteuning die de gemeente geeft aan de realisatie van de plannen geeft te denken, andere partijen krijgen deze steun immers niet, maar anderzijds is het ook naïef om te menen dat een dergelijk groot project geheel zonder gemeentelijke ondersteuning van de grond kan komen. Als het lukt zou Haarlem er een interessant multifunctioneel complex voor terugkrijgen.

Hart voor Haarlem beoordeelt koepelproject als zeer risicovol

Het bezwaar van Hart voor Haarlem zit op een fundamenteler niveau.
In feite heeft de gemeente primair te maken met Panopticum in diens rol als projectontwikkelaar van de Koepel. Van sociaal ondernemer is Panopticum steeds meer in deze rol gaan zitten. Panopticum is ontwikkelaar, wil zelf beleggen in de Koepel en zo mede-eigenaar blijven, en wil als verhuurder en beherend vennoot van de Koepel gaan optreden.
Het sociaal ondernemerschap is nog enigszins herkenbaar in het type huurders dat Panopticum bij elkaar gezocht heeft: small business onderwijs, filmcultuur, MKB start-ups, en horeca moeten leiden tot een jonge, hippe en bruisende kruisbestuiving tussen al deze gebruikers.
Het is echter zeer de vraag of banken en beleggers erg onder de indruk zullen zijn van al dit start-up geweld? Het is immers onwaarschijnlijk dat al deze initiatieven vanaf dag 1 succesvol zullen zijn. Huurcontracten zijn één ding, maar huurders die jaren lang voor gegarandeerde huurinkomsten zorgen is toch wat anders. En dat is waar financiers naar op zoek zullen zijn.
Het tweede grote risico is de bouwsom. De Koepel is een meer dan 100 jaar oud monument. Het verbouwen van monumenten is altijd veel risicovoller dan nieuwbouw. Budget- en tijdsoverschrijdingen zijn bij dergelijke projecten eerder regel dan uitzondering. Het uitgraven van een 7m diepe kelder is bijvoorbeeld een zeer gespecialiseerde en risicovolle klus.
De klimaatinstallaties zijn nog buiten de begroting gehouden, omdat wordt aangenomen dat er een partij is die deze op huurbasis wil aanleggen. Wat dit voor de exploitatie betekent is nog onduidelijk. Het zal sowieso een hele toer worden om een gebouw als de Koepel door de seizoenen heen op een gasloze manier van een comfortabel binnenklimaat te voorzien.
Tenslotte heerst er hoogconjunctuur in de bouw. Aannemers zijn kieskeurig in wat zij aannemen, en arbeids- en materiaalkosten stijgen sterk. Er is inmiddels een hoofdaannemer bij het project betrokken, maar deze zal zijn risico’s heus wel afdekken. Met andere woorden, er zit een aanzienlijk risico in zowel de doorlooptijd als de begroting van de verbouwing.
Financiers zullen zich dan de vraag stellen of zij onder deze condities voldoende vertrouwen hebben in dit project.

Voorkom dat Haarlem verder deze fuik in zwemt!

De volgende vragen zijn dan, wat als de financiering niet rond komt, en wat als de financiering wel rond komt en het project ergens halverwege vastloopt omdat het geld op is?
De eerste vraag zal in de loop van dit jaar beantwoord worden, waarbij het niet denkbeeldig is dat financiers aanvullende zekerheden zullen verlangen, en dan naar de overheid in de vorm van de gemeente Haarlem zullen kijken.
Als de financiering wel rond komt en het project halverwege strandt zijn de gevolgen voor de gemeente nog dramatischer. Want welke andere partij is dan nog bereid en in staat het project te redden? Zo wordt de gemeente steeds verder in het project gezogen, met grote financiële risico’s als resultaat. Omdat het College steeds weer een stap zet in de richting van Panopticum, wordt zij praktisch gedwongen ook de volgende stap te zetten, zo lijkt het. Waar houdt dit op?
Wat Hart voor Haarlem betreft houdt dit nu op. Door uitoefening van de terugkoopoptie, Panopticum heeft immers geen academisch onderwijs ‘geleverd’, kan de gemeente de regie over de Koepel terugnemen en met andere partijen aan een realistisch plan voor herontwikkeling van het gebied werken.

Hoogwaardige woningbouw is kansrijk alternatief

Voor Hart voor Haarlem is de Koepel daarbij niet heilig. De Koepel blijft toch vooral wat het ooit geweest is, een naargeestige gevangenis. Een verbouwing die het oude karakter vanwege de architectonische waarde hiervan in takt laat, zal hier niets aan veranderen. De Koepel is van buiten en van een afstand indrukwekkend en onderdeel van de Haarlemse skyline. Maar moeten we daarom tot in lengte van jaren een gebouw dat van binnen toch vooral een gevangenis is blijven koesteren?
Alle gebouwen in het gebied afbreken en vervangen door duurzame en gemengde nieuwbouw van woningen, bij voorkeur met een vergelijkbaar ‘iconisch’ ontwerp als de Koepel, levert veel meer waarde voor de stad, bij een veel lager risico voor de gemeente.
Jammer voor huurders die wel wat zagen in de Koepel, maar daarvoor zijn vast nog wel andere huisvestingsopties in Haarlem te vinden. Zo staan er in Schalkwijk al jaren hele ritsen kantoorgebouwen leeg!

Autoluw Gaat Te Ver

Collegeplan Autoluwe Binnenstad

Het college is van plan een groot deel van de binnenstad van Haarlem, tussen de Grote Markt en de Nieuwe Gracht, autoluw te maken.
Hart voor Haarlem vindt dat deze plannen ondoordacht zijn en te ver gaan, en stemt daarom tegen dit plan.

In de praktijk betekenen deze plannen dat toegangswegen tot het gebied worden afgesloten met paaltjes, en dat bewoners en bedrijven alleen nog op bepaalde tijden toegang krijgen tot hun wijk.

Auto’s zullen in de regel niet meer in de wijk geparkeerd kunnen worden. Er vervallen 129 parkeerplaatsen, en bewoners moeten een parkeerplek in één van de parkeergarages huren. De parkeerkosten voor bewoners zullen hierdoor met honderden euro’s per jaar stijgen.

Voor een aanzienlijk aantal bewoners, vooral ouderen en jonge gezinnen met kinderen, betekent dit, los van de kosten, een achteruitgang van hun woon- en leefsituatie. Ook (horeca-)ondernemers hebben problemen met deze plannen. Velen hiervan zijn afhankelijk van vervoer per auto, op alle uren van de dag. Het ontvangen van bezoek of leveranties van bestellingen, zowel zakelijk als privé, wordt moeilijker.

Desgevraagd blijkt ca. tweederde deel van de bewoners dan ook tegen deze maatregelen te zijn.

Hart voor Haarlem ziet ook wel in dat een stad zonder auto’s mooier, rustiger, gezonder en veiliger is. Maar een radicale verwijdering van auto’s uit het straatbeeld vraagt een ingrijpende verandering van leefstijlen en vervoersmiddelen. Dat is niet met een paar paaltjes geregeld. Alles afwegend stemt Hart voor Haarlem dan ook tegen deze maatregel.